woensdag 19 september 2012

Gevolgen van de aanstaande BTW-verhoging


Nu de verkiezingen achter de rug zijn en ook de PVDA de aanpassing van de BTW per 1 oktober, niet van tafel haalt, wordt het hoge BTW tarief verhoogd van 19 naar 21 procent. Het lage tarief blijft 6 procent. In dit artikel behandelen wij de gevolgen van deze BTW-verhoging voor uw facturatie.
• Tijdig facturen aanpassen
• Tijdstip betaling of facturering niet relevant
• Overgangsregeling voor doorlopende prestaties


Tijdige actie
Zorg er voor dat je tijdig je facturen aanpast en 21 procent BTW vermeldt in plaats van 19 procent. Ook zal je je prijslijsten (denk aan advertentie websites) moeten aanpassen. Denk verder dat je het juiste percentage BTW vermeld op je overeenkomsten en brochures.
Hieronder behandelen we een aantal situaties over hoe om te gaan met deze BTW verhoging. Let op: In sommige gevallen moet je al vóór 1 oktober 2012 je tarief aanpassen. Misschien geldt dat ook voor bestaande overeenkomsten of uw administratieve systeem.

Per wanneer 21% hanteren
Bij de wijziging heeft het ministerie bepaald dat het tijdstip betaling van betaling en/of facturering niet van belang is. Als enig geldende criteria voor de toepassing van het juiste BTW-tarief is het tijdstip van de dienst of de levering. De factuurdatum of het tijdstip van betaling zijn dus niet relevant.
Dit betekent ook dat er geen BTW bespaard kan worden door bijvoorbeeld de klanten vooruit te laten betalen. Het toe te passen tarief hangt af van het tijdstip waarop u de goederen levert of de dienst verricht. Een aantal voorbeelden:

1) U levert/offreert na 30 september 2012 goederen of verricht diensten.

Je bent hierover 21 % BTW verschuldigd. Ook al factureer/ offreer je vóór 1 oktober 2012, dan moet je toch 21 % BTW in rekening brengen. Bij de aangifte BTW vermeld je de omzet waarover je al 21% hebt gerekend onder vraag 1c van uw aangiftebiljet;

2) U verricht diensten of levert goederen na 30 september, die u al heeft gefactureerd met 19%. 


Mogelijk heeft u in eerdere kwartalen reeds 19 % BTW afgedragen (bv bij vooruitbetaling). U moet nu alsnog over de totale prijs 21 % BTW betalen. Over de reeds afgedragen BTW dient u dus nog 2% extra af te rekenen.


3) omgekeerd geldt dat als u vóór 1 oktober 2012 de goederen levert of de dienst verricht en u factureert pas ná 30 september 2012.

U brengt nu maar 19 % BTW in rekening. Bij de aangifte in het 4e kwartaal geeft u, omdat dit percentage op dat moment afwijkt van het dan geldende percentage (21 %), deze omzet aan onder vraag rubriek 1c van het BTW aangiftebiljet.

Voor een aantal diensten geldt een overgangsregeling.

(Op)levering van onroerende zaken
Voor koop- en aannemingsovereenkomsten van onroerende zaken die vóór 1 oktober 2012 zijn afgesloten geldt een overgangsregeling. 

Dit geldt alleen voor werken waarvan de (op)levering van een bouwwerk dat vóór deze datum nog niet is (op)geleverd en waarin de overeenkomst voorziet in een betaling in termijnen. 
Het 21 procent-tarief geldt dan alleen voor de termijnen die vervallen ná 30 september 2012. Het is niet van belang wanneer de termijnen moeten worden voldaan; ook wanneer deze slechts aanleiding geven tot het berekenen van rente is de overgangsregeling van toepassing.

Doorlopende prestaties
Voor doorlopende prestaties geldt in principe dat de BTW verschuldigd is naar het tarief dat geldt op het moment waarop de prestatie volledig is afgerond. Indien dit moment vanaf 1 oktober 2012 is gelegen, zal over de gehele vergoeding het nieuwe verhoogde tarief van 21% van toepassing zijn. Dit zou inhouden dat de termijnen die al voor 1 oktober 2012 tegen BTW-tarief van 19% zijn gefactureerd, alsnog onder de 21% omzetbelasting zouden vallen.
Om dit te voorkomen is hier overgangsrecht op van toepassing.
Op basis van het overgangsrecht kunnen de termijnen van doorlopende prestaties die al voor 1 oktober 2012 zijn gefactureerd tegen het huidige omzetbelastingtarief van 19% plaatsvinden, zonder dat er een herrekening van omzetbelasting dienst plaats te vinden. 
Alleen voor ‘jaarfacturen’ geldt een aparte goedkeuring.

Verbouwingen

Voor onroerende zaken en verbouwingen is een overgangsregeling getroffen. Deze houdt in dat bij overeenkomsten voor de bouw van een onroerende zaak of een verbouwing die vóór 1 oktober 2012 is gesloten en waarbij in termijnen wordt betaald, over de termijnen vóór 1 oktober 2012 het 19% tarief van toepassing blijft. Het maakt hierbij dus niet uit dat de levering plaatsvindt na 30 september 2012. Let op: Onderhoud- of herstelwerkzaamheden vallen buiten de overgangsregeling.

Nieuwbouwwoningen

Voor nieuwbouwwoningen geldt een specifieke overgangsregeling. Als de bouw- / aannemingsovereenkomst is gesloten vóór 28 april 2012 en de betaling wordt gedaan vóór 1 oktober 2013, al dan niet in termijnen, dan geldt het 19% tarief. Let op: dit geldt alleen voor de bouw van de woning. Stel u heeft een bouwkavel gekocht vóór 28 april 2012 en sluit pas nadien de bouwovereenkomst, dan geldt deze regeling niet. Wel geldt dan de algemene overgangsregeling voor onroerende zaken waarbij voor de termijnen die zijn betaald vóór 1 oktober 2012 het 19% tarief geldt.

Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van dit artikel dan kunt u contact met ons opnemen.
b&d administratie partners bel 078-8880233 of mail info@bdap.nl. U kunt ook terecht op onze website www.bdap.nl voor meer informatie.

vrijdag 20 januari 2012

Werkt uw partner in uw zaak? Bespaar belasting en kies voor arbeidsbeloning of meewerkaftrek

Heeft u als ZZP’er een partner die meewerkt in uw bedrijf. Dan zijn er 2 manieren om dit fiscaal aantrekkelijk te doen. U kunt u ervoor kiezen uw partner een arbeidsbeloning toe te kennen of profiteren van de mee werkaftrek.
Arbeidsbeloning
Ondernemer
Bij een beloning van € 5.000 of hoger kunt u deze als bedrijfslast in mindering brengen op uw ondernemingswinst. Heeft uw partner zelf een baan (inkomen) dan is dit niet altijd voordelig, werkt uw partner niet of valt hij/zij in een lagere belastingschijf dan kan dit zeer interessant zijn.

Partner
Arbeidsbeloning uit de onderneming van uw fiscale partner
Was u niet bij uw fiscale partner in loondienst, maar kreeg u wel een beloning voor werk dat u voor uw fiscale partner deed? En was deze beloning € 5.000 of hoger? Dan is deze beloning geheel belast als inkomsten uit overig werk.

Meewerkaftrek
U kunt ook kiezen voor de meewerkaftrek. De meewerkaftrek bedraagt tenminste 1,25% en maximaal 4% van de winst. Voorwaarde hiervoor is dat uw partner minimnaal 525 uur heeft meegewerkt.

De meewerkaftrek is een onderdeel van de ondernemersaftrek. Als uw partner onbetaald meewerkt, kunt u na afloop van het jaar een bedrag aftrekken van uw winst: de meewerkaftrek. U moet dan wel voldoen aan het urencriterium. Het bedrag van de meewerkaftrek is afhankelijk van de hoogte van de winst en van het aantal uren dat uw partner meewerkt (zie tabel). De winst waarover u de meewerkaftrek berekent, is de winst uit een of meer van uw ondernemingen, verminderd met dat deel van de winst:
• Die is behaald met het (gedeeltelijk) staken van een onderneming
• die u hebt als gevolg van een vergoeding voor onteigening
• die is behaald door de onderneming (gedeeltelijk) naar het buitenland over te brengen

In de tabel hierna ziet u wat de meewerkaftrek voor 2011 is.
Meegewerkte uren Meewerkaftrek
                               Percentage (van de winst)
0 tot 525                       0
525 tot 875                   1,25 %
875 tot 1.225                2 %
1.225 tot 1.750             3 %
1.750 of meer               4 %

Let op!
Recht op meewerkaftrek bestaat ook als u uw partner wel een arbeidsvergoeding betaalt, maar deze vergoeding minder is dan € 5.000.
Omdat u het aantal meegewerkte uren aannemelijk moet kunnen maken, is het raadzaam een urenadministratie bij te houden. Het bedrag van de meewerkaftrek is voor uw partner geen inkomen. Uw partner hoeft daarover geen belasting te betalen.

Wilt u hulp bij de keuze wat voor u fiscaal het voordeligst is of uw boekhouding van uw eenmanszaak. Neem dan contact met ons op en laat u door b&d administatie partners assisteren/ adviseren (bel 078-8880233 of mail info@bdap.nl).

Nieuwe regeling privégebruik (zaken)auto

In de laatste aangifte omzetbelasting moet u elk jaar het privégebruik van auto aan geven. Afhankelijk van hoe u uw auto voor de BTW. In 2011 hebben we echter met een bijzindere situatie t maken. Dit komt omdat per 1 juli 2011 een nieuwe BTW-regeling is ingevoerd.
Dus heeft u in 2011 te maken met twee regelingen, namelijk de regeling vóór 1 juli 2011 en die van na 1 juli 2011.

• Zo berekent u de BTW in de nieuwe regeling
• Zo gaat u om met privégebruik auto
• Verschillende praktijkvoorbeelden

In dit artikel, zal ik ingaan op de verwerking van de laatste aangifte BTW 2011, met name inzake het privégebruik van de auto.

Hieronder treft u een aantal autosituaties aan. Ik merk hierbij op dat niet alle situaties zijn beschreven.

Casus
Stel: u als ondernemer of vennoot heeft een (bestel)auto met een catalogusprijs (incl. BPM en BTW) van € 25.000 en u heeft geen kilometeradministratie bijgehouden. De bijtelling hiervoor bedraagt 25%, derhalve een bijtelling van € 6.250. U geeft het privégebruik auto als volgt aan:



Auto (zakelijk) gekocht zonder aftrek van btw
Hebt u een auto zonder BTW aangeschaft en hebt u gebruik gemaakt van de 75%-regeling*, bijvoorbeeld omdat het een marge-auto was, dan geeft u het privégebruik als volgt aan:


Auto (prive) gekocht
U heeft uw auto prive gekocht en keert de zakelijke kilometers tegen de maximale belastingvrije vergoeding van 19% uit. Teven maakt u gebruik van de 75%-regeling*, dan hoeft u geen correctie privégebruik te doen. Wel kunt u een percentage % van de BTW op autokosten terugvorderen.

Stel: de Autokosten (bv: brandstof, onderhoud) tot 16 oktober 2011 bedragen €2.380. In de periode 17 oktober t/m 31 december bedragen de kosten € 1.190. en bedraagt de verhouding zakelijk** en privé kilometers 63,1%.


*75%-regeling: een auto waarop geen BTW in aftrek is genomen, maar voor de BTW wel zakelijk mee wordt gereden. De BTW op de autokosten is aftrekbaar
**Let op: voor de BTW tellen Woon-Werk kilometers als prive kilometers.
Indien je vanuit huis werkt en naar opdrachtgevers rijdt dan zijn alle kilometers als zakelijke kilometers te bestempelen.


U rijdt in een bestelauto die alleen wordt gebruikt voor goederen
Heeft u een bestelauto die u alleen gebruikt voor goederen, dan hoeft u het eerste half jaar geen
correctie aan te geven. Voor de tweede helft van het jaar zou u tevens geen privégebruik hoeven aan te geven, tenzij u woon-werkkilometers rijdt. In dat geval dient u de woon-werkkilometers bij te houden en geeft u op basis van het werkelijk gebruik de BTW aan*:


U stelt een bestelauto ter beschikking aan meerdere werknemers
Hiervoor geldt over het eerste halfjaar een correctie van € 300 x 12%. Voor de tweede helft van het jaar kunt u het forfait van 2,7% toepassen, indien uw werknemers naast de woon-werkkilometers ook privé rijden. Uitgaande hiervan dient u het privégebruik als volgt aan te geven:


U stelt een auto ter beschikking aan uw werknemer tegen een eigen bijdrage voor het privégebruik of uw BV stelt u een auto ter beschikking en u betaalt een eigen bijdrage.

Stel: u heeft uw werknemer verplicht een eigen bijdrage te betalen voor het privégebruik van de auto van bijvoorbeeld € 3.600 per jaar (€ 300 per maand: ervan uitgaande dat dit een normale waarde is). U dient dit als volgt aan te geven:


Meer informatie
Wilt u advies over de laatste aangifte omzetbelasting 2011 en over hoe u in 2012 uw auto BTW-optimaal kunt rijden, neem dan gerust contact met ons op.

b&d administratie partners is gevestigd in Alblasserdam en is bereikbaar op 078-8880233. Voor meer informatie kijk op www.bdap.nl